Uitvarende windmolen toeristische attractie

De stad Oostende had gisteren een extra toeristisch evenement. Het transport van de eerste betonnen sokkel van een windmolen, die naar de Thorntonbank dertig kilometer in zee wordt vervoerd, lokte duizenden ‘ramptoeristen’ naar de badstad. De zes indrukwekkende betonnen torens van elk 44 meter hoog en 2.800 ton op de site Halve Maan op de Oosteroever hebben al maanden veel aandacht in Oostende.

Ze vormen de essentiële basis van de eerste zes windmolens op de Thorntonbank. Na maanden bouwen was het zover: de eerste sokkel werd naar zee gevoerd. De betonnen fundering werd bij hoogtij in de late namiddag via indrukwekkende grijpkranen van de kade gehaald en op het ponton Rambiz in zee getrokken.

Duizenden kijlustigen keken langs de Visserskaai toe. Voor Toerisme Oostende was het dan ook een topdag. 'Al maanden krijgen we vragen over de werkzaamheden voor het windmolenpark. De bouw van de windmolens leeft echt in Oostende. Voor ons is dit een mooie bijkomende attractie, die heel wat volk naar zee lokt', aldus Peter Craeymeersch van Toerisme Oostende.

Het spektakel was het hoogtepunt van een heel feestweekend. Vrijdag 25 april was er een VIP-namiddag met onder meer premier Yves Leterme, 26 april was er een klank- en lichtspektakel tussen de torens en vonden er optredens plaats op het Klein Strand, en zondag 27 april verwelkomt C-Power het publiek op de site tijdens de Open Wervendag, die zo’n 55.000 nieuwsgierigen opbracht.

Het transport van de eerste sokkel is nog maar een eerste fase van het prestigieuze Thorntonproject, dat in totaal zo'n 850 miljoen zal kosten. De eerste zes windmolens op de Thorntonbank moeten operationeel zijn in oktober. In een tweede fase in 2009 worden er achttien windturbines geplaatst, in 2010 nog eens 36. Tegen 2011 moeten op de Thorntonbank voor de Belgische kust zestig windturbines 600.000 inwoners van elektriciteit voorzien. (LA)