2007-04-30

Oorlogstoerisme blijft troef voor Westhoek

Het oorlogstoerisme is voor het toerisme van de Westhoek een echte goudmijn. Dat blijkt uit een onderzoek van het toerismebedrijf Westtoer. De regio trok vorig jaar in totaal 329.200 slagveldtoeristen aan. Samen besteedden die bij hun bezoek 33 miljoen euro en zorgden voor een voltijdse tewerkstelling van 522 mensen. Het Tyne Cot Cemetery in Passendale is de populairste bestemming.


De helft van de toeristen in de Westhoek zijn Belgen. De grootste groep buitenlanders wordt gevormd door de Britten. Met 124.000 bezoekers vertegenwoordigen zij 37 procent van alle buitenlands toerisme, gevolgd door Nederlanders. Vooral bij de Nederlandse toerist blijkt de belangstelling voor de Westhoek steeds groter te worden. Het oorlogstoerisme is ook niet langer gelinkt aan familiebanden, maar wel aan een specifieke interesse voor de eerste wereldoorlog.


Tyne Cot Cemetery is de populairste bestemming, gevolgd door de Menenpoort met de Last Post, het In Flanders Fieldsmuseum, de Duitse begraafplaats in Langemark en Hill 62 in Zillebeke. De appreciatie van de toeristen voor de bezochte sites ligt erg hoog. Wel moet er meer werk worden gemaakt van meer uitleg en een betere bewegwijzering. Het oorlogstoerisme in de Westhoek haalde het voorbije jaar een omzet van 33 miljoen euro, waarvan 15 miljoen euro voor logies.

No comments: